NIEUWE PLANNEN

In 1888 werd door het comité uit 1881 opnieuw geprobeerd om een tramlijn te realiseren. De houding van de (lokale) overheden was positiever geworden t.a.v. het nieuwe vervoermiddel. Het nieuwe plan was minder ambitieus dan het oude plan. Het plan waarvoor nu medewerking werd gevraagd was voor het traject Zwolle-Vollenhove-Lemmer.

De Overijsselse gemeenten die aan de geprojecteerde lijn kwamen te liggen reageerden positief en de provincie Overijssel wilde de aanleg, ook financieel, steunen. De gemeente Lemmer was onder bepaalde voorwaarden, bereid het project te steunen. De provincie Friesland zag echter niets in de tramlijn.

Omdat geen van de heren van het comité beschikte over de nodige technische kennis werd de heer ir. A. Deking Dura, hoofdingenieur van de Provinciale Waterstaat van Overijssel, aangezocht om deze lacune op te vullen. Deking Dura beoordeelde de gemaakte plannen en bracht hierin enige wijzigingen aan. Ir. Deking Dura was een van de oprichters van N.V. Dedemsvaartsche Stoomtramweg-Maatschappij.

Ondanks de positieve houding van de provincie Overijssel en de Overijsselse gemeenten waren de financiële toezeggingen onvoldoende om de aanleg te realiseren. In 1892 werden daarom door baron Sloet van Marxveld c.s. opnieuw aanvragen ingediend voor subsidiëring van de aanleg, (rente)garanties en het gebruik van de openbare wegen. Ook werd het plan tot aanleg van de tramlijn beperkt tot het traject Blokzijl-Zwolle.

Hoewel notaris E. van Beusekom in 1887 door Zijne Majesteit de Koning tot notaris werd benoemd in Wijhe, bleef hij wel deel uit maken van het comité.

 
 
 
 
© WAEGH