EXPLOITATIE

De exploitatie van de ZB verschilde in technisch opzicht niet veel van andere stoomtrambedrijven. De sporen lagen veelal in de berm, of in de bestrating, de snelheid was laag, enz. Wel had de ZB in alle wat grotere plaatsen een stationsgebouw met een complete personeelsbezetting. De meeste trambedrijven hadden alleen op enkele strategische punten een station. Bij deze bedrijven deden b.v. café's, hotels of winkels dienst als agent/wachtruimte.

Jaarlijks vergaderden de aandeelhouders over het jaarverslag van de directie en werden commissarissen benoemd of herbenoemd. De inkomsten werden volgens een bepaalde verdeelsleutel uitgekeerd. Van de opbrengst werden eerst de kosten voor de NCS(SS), het vernieuwingsfonds van de tramweg en het rollend materieel en de rente afgetrokken. Van het resterende bedrag kreeg de NCS(NS) 20% en de ZB 80%. Hiervan moest de ZB het onderhoud/de afschrijving op gebouwen, trambaan en het rollend materieel bekostigen. Dit lukte echter een groot aantal jaren niet, waardoor geen dividend werd uitgekeerd. Elk jaar werden één of meerdere dienstregelingen gepubliceerd.

Tijdens de 20 jarige exploitatieperiode van de ZB vonden ook verschillende ongelukken plaats. Deze ongevallen werden niet alleen verzoorzaakt door botsingen met andere weggebruilkers, maar ook door ontsporingen ten gevolge van de slechte baan, verkeerde wisselstanden, enz. Bij de dodelijke ongevallen die plaatsvonden waren nimmer passagiers van ZB betrokken.

De wens omhet station Zwolle NCS(NS) te bereiken werd niet gerealiseerd. Wel voorzag de tramlijn in de behoefte aan transport in de kop van Overijssel. Het heeft 33 jaar geduurd voor de tram reed, en hij heeft slechts 20 jaar dienst gedaan. Uiteindelijk deden de crisis, het verlies van het transport voor Loos, de concurrentie van de bus en de dure exploitatievorm het bedrijf de das om.

 
 
 
 
© WAEGH